Zaterdag zijn we voor het eerst sinds lange tijd aan de rechter kant van het water uitgestapt. Die dag deden we de etappe van Saint Adresse tot net na Le Havre. Er stond een flinke zuidenwind, waar we ons goed doorheen hebben weten te vechten.
Een paar dagen daarvoor waren we nog in Etretat, dat stadje met die rotsen waar je onderdoor kunt varen, die op die vele ansichtkaarten te zien zijn. Wij wilden de kans niet voorbij laten gaan om die rotsen van de onderkant te zien.
De laatste dagen konden we vanwege de stroming pas aan het einde van de middag steeds het water op. Zo hadden we we overdag lekker ‘vrij’ en konden we ’s avonds richting de zon naar onze eindbestemming peddelen. Dat was zeker geen straf.
Op de dag dat we vertrokken vanaf Etretat hebben we ook een stukje door het donker gevaren. Ja, dat deden we goed overwogen en doordacht op een heldere avond richting een prima uitstapplek. Toen hadden we een geweldig uitzicht op Le Havre. De foto’s zijn niet zo mooi, dus die herinnering blijft alleen voor ons.
Zondag hadden we een geplande rustdag om het een en ander voor te bereiden voor het volgende deel van onze reis. Gisteren en vandaag hadden we er nog onverhoopt nog twee omdat Willem wakker werd met een vrijwel onbeweeglijke nek. Ons vooruitzicht voor nu: een dikke 200 km tegen de stroom van de Seine op naar Parijs toe peddelen. De monding van de Seine lachte ons zaterdag al toe.
Wij kijken ontzettend uit naar het volgende onderdeel van onze reis, met het oplossen van nieuwe vraagstukken in een weer een totaal andere omgeving.
We gaan morgen hopelijk weer verder. Dan is het voor het eerst niet ‘strand af, linksaf!’ maar ‘haven uit, rechtsaf!’. À bientôt!
Dus het eerste deel zit er nu echt op, mooi verhaal weer. Hopelijk is je nek intussen helemaal hersteld Willem. Op de Seine gaat het je niet lukken om te wachten tot je stroom mee hebt ;). Een heel goede reis richting Parijs (en verder). We blijven jullie volgen. Groetjes Jan en Anne.
Wow, het eerste deel al achter de rug!